Groei&Bloei Bladgoud…

Bladgoud…

Bladgoud…

en de hellehonden

Het wonen aan een Lindelaan is een geschenk. Het is letterlijk een cadeau met veel seizoensgebonden gezichten. Die heerlijke, vroeg zomerse geur van al die goudkleurige bloemen, het gezoem van die vele bijen en hommels, het knalrood van de Vuurwantsen die als bootsmannetjes het goudschip bevolken en tot slot een berg aan goudblad. Voor de lieve vrede zeg ik hier maar weinig over de kleverige auto’s als de linden bloeien. Het laat zich raden dat de drie linden die aan de noordzijde van de knollentuin staan zo veel blad geven dat de compostsilo’s dit niet aankunnen. Maar dan zijn er nog altijd die zorgvuldig bewaarde zakken uit moeilijke tijden met weinig vrije tijd. Die worden stampensvol gevuld, hun bodems zijn al lek geprikt, als toetje krijgen ze allemaal een kluwen roze wormen met koffieprut mee en worden ze weggezet in het vergeten hoekje. Prima bladaarde volgend jaar. Wat ik verder nog kan bergen, gaat op een hoop die ik afdek met gaas. Zo gaat het al jaren. Ik las iets in de krant over bladblazers: hun dealers, hun gebruikers en hun haters. Ik behoor tot de laatste groep. Zeker in de stad maar ook hier in ons uit de kluiten gewassen dorp verspreiden de blazers herrie, vuil en ergernis. De tweetakters ook nog eens een behoorlijk stank. Zo gaan ieder jaar de borstelbendes met hun hellehonden er weer vrolijk los. Uitgelaten aan hun verlengsnoeren besnuffelen ze met vele decibels de stoepen en hegranden bij ons in de buurt. Zij doen hun baasjes’ onbedwingbare behoefte. Je hebt blazers, de ergste, en de zuigers. De laatste maken net zoveel herrie, maar ruimen alles keurig gehakseld en geplet op in een grote bibberende zak. Schakelaar uit. Kliko open, schudden maar. Als alles opgeruimd is, mag de hellehond weer voor een paar dagen in zijn mandje. Bij ons is het stil. Wie wil horen wat voor herrie onze bladruimers maken, moet met zijn oor dicht tegen de grond, waar ontelbare wriemelige, roze lijfjes zich over al het kostelijke blad ontfermen. Geruisloos en 24 uur per dag. Eenmaal dichtbij de grond zijn er bijzondere stillevens te bewonderen. Slakkenhuizen zonder bewoners. Achtergelaten harnasjes van pissebedden. Pissebedden die lichtschuw onze bladhopen met duizenden bewonen. En ondersteboven beland door het bezemen en harken, salamanders en verlate padjes. In de muil van de hakselaar zijn die bij voorbaat kansloos. Als je wat aan of met blad wilt doen – en niet onbelangrijk: je bent gezond van lijf en leden – gebruik een hark of bezem. Of een bladzuiger die het blad ook nog eens voor composteert. Het particuliere blazen is echt zinloos, want het verplaatst alleen maar en als het even waait, ligt het blad zo weer terug op je stoep, of erger nog, net als de kat, bij de buren. Benieuwd hoe ik over een jaar of tien schrijf? Tja…

Foto's bij deze tuinlog

Praat mee op groei.nl