In de Long Border van de beroemde Engelse tuin Great Dixter is een mix gemaakt van veel verschillende soorten: vaste planten, struiken, bolgewassen en eenjarigen groeien door elkaar. Er is gezorgd voor opeenvolgende bloei, de border is van het vroege voorjaar tot aan de eerste nachtvorst kleurig. In mei zorgen fel paars, violet en knalrood voor een vrolijk geheel.
Bij het maken van combinaties wordt er op gelet dat elke plant voldoende ruimte heeft om zich goed te kunnen ontwikkelen. De Oosterse papavers bijvoorbeeld ondervinden weinig concurrentie van het donkerbladige fluitenkruid (Anthriscus sylvestris ‘Ravenswing’) met heel fijn blad. Om het bloeiseizoen te vervroegen zijn bol- en knolgewassen een uitstekende keuze. Tegen de tijd dat de zomerbloeiers zich gaan ontwikkelen beginnen ze al af te sterven. Ze kunnen dus heel goed dezelfde ruimte delen. De sieruien en gladiolen nemen hier weinig ruimte in, maar zorgen wel voor veel kleur. Als de papavers uitgebloeid zijn, worden ze afgeknipt en is er weer ruimte voor een latere bloeier, zoals de vlambloem (Phlox). Voor extra kleur in de nazomer worden dahlia’s en hoge eenjarigen gebruikt, zoals Persicaria orientalis. De kaardenbol mag zich hier uitzaaien en is een blikvanger dankzij het grote zachtgroene blad.
