Combineren met Clematis
Omdat Clematis vooral gebruik maakt van de hoogte in je tuin, is er altijd wel een plekje voor te vinden; langs een pergola of hek, of in een struik. Een mooie combinatie is bijvoorbeeld
rododendron met C. rehderiana: de aparte, lichtgroene klokjes piepen dan boven de struiken uit. Ook clematissen uit de Viticella Groep zou je hier goed voor kunnen gebruiken. Deze
clematissen kun je in het voorjaar tot 40 centimeter boven de grond afknippen; in de loop van het seizoen zorgen ze dan voor een tweede bloei in een vroegbloeiende struik of heesterroos.
Ook in de border kun je een clematis kwijt: compactere groeiers als Clematis durandii en C. ‘Juuli’ bijvoorbeeld, kun je tegen een klimelement laten groeien. Een enkele keer zie je de bosrank als bodembedekker tussen lage vaste planten - een heel bijzonder gezicht.
Clematis tussen klimop
De klimtechnieken van clematis zijn ingenieus. Op zoek naar houvast slingert de plant zich om stammen en takken van bomen en struiken. De stengeltoppen werken als ranken, ze krullen zich om alles wat ze tegenkomen.
Clematis kan worden verdeeld in verschillende snoeigroepen (zie onder). Zo hoort C. viticella in Groep 3. Clematissen uit deze groep zijn heel geschikt om tegen een klimopwand te laten groeien: heb je ze in het vroege voorjaar terug geknipt, dan kun je meteen de klimop een snoeibeurt geven. Omdat Clematis een typische boomklimmer is, oogt het aanbinden tegen een muur of gladde schutting minder natuurlijk. Tenzij de takken over een muur naar beneden hangen, wat zorgt voor een waterval aan bloemen.
Plant de clematis diep
Als bosplant groeit Clematis graag in humusrijke, goed gedraineerde, maar niet te droge grond. Geef ze een plek in de volle zon of halfschaduw, maar zorg ervoor dat de voet van de plant koel blijft en - heel belangrijk - de grond niet uitdroogt. Geef daarom jaarlijks een mulchlaag van compost of bladaarde.
Bij het planten van een clematis is het belangrijk dat het plantgat voldoende diep is. Vanaf de potrand gerekend moet hij zo’n 5 tot 10 cm onder de grond komen te zitten, zodat de plant een krachtig wortelstelsel kan maken. Knip alle Clematis het eerstvolgende voorjaar na het planten tot 30 cm boven de grond terug om een goede vertakking te stimuleren.
Bekijk de video over het planten van een clematis
Snoeigroepen Clematis
Clematis wordt in verschillende snoeigroepen verdeeld. Het gaat er daarbij om of de bloemen op overjarige of op eenjarige scheuten verschijnen.
Groep 1
Vroegbloeiende (april-mei) kleinbloemige Clematis zoals C. alpina, C. macropetala, C. montana en C. armandii, die bloeien op scheuten van vorig jaar. Deze clematissen snoei je direct na de bloei licht terug. Verwijder ook dode en zwakke twijgen. Om de struik te verjongen haal je om de twee jaar enkele oude takken onderaan helemaal weg.
Groep 2
Vroegbloeiende (mei-juni) grootbloemige Clematis zoals ‘Nelly Moser’ en picardy, die deels bloeien op scheuten van vorig jaar. Vaak is er nabloei in de nazomer. Verwijder in het voorjaar, voor de groei, alle dode en zwakke twijgen en kort takken iets in tot vlak boven een dikke knop. Knip ’s zomers uitgebloeide takken terug tot vlak boven een knop die direct onder de bloem zit.
Groep 3
Laatbloeiende (juli-augustus) grootbloemige en kleinbloemige bosranken, zoals Clematis ‘Perle d’Azur’, C. viticella en C. heracleifolia, die op eenjarige scheuten bloeien. Knip elk voorjaar (februari-maart), voor de groei, alle scheuten van vorig jaar terug tot op 40-60 cm boven de grond, vlak boven een dikke knop.