Mijn familie van magische en verlegen bloeiers is dit jaar met een herfstbloeiende schoonheid uitgebreid: de ‘Twister’
Het begon al zo’n 25 jaar geleden en met Nora was het liefde op het eerste gezicht. Ik denk, dat iedereen vast wel een plant in de tuin heeft waar je gewoon ieder jaar weer naar uitkijkt om de bloei of het blad te zien. Ik heb er een paar van in onze knollentuin, maar het zijn geen planten die heel erg opvallen door hun bloemkleur. Het is met ze alsof de bloemen verlegen worden als hun tijd daar is: ´Wakker worden, het is lente en de zomer komt!’ of met de nieuwkomer ‘de herfst komt eraan!’. Maar het lijkt een beetje alsof de bloemen het liefst toch gewoon maar blad waren gebleven. Toch stijgt zo halverwege de lente een blos op door al het groen, waardoor een bloem ineens meer bloem lijkt. Het mooist van alle akeleien vind ik mijn bescheiden ballerina ‘Nora Barlow’. Die valt eigenlijk helemaal niet op in al het groen en versterkt met haar groen-roze-witte tutu de mystieke sfeer van mijn door beuken beschaduwde knollentuin.
Ik noem graag nog twee voorjaarsplanten die zelfs al met hun prachtige namen het magische deel van knollentuin luister bijzetten: Honinglook en Mijterloof, inmiddels allang uitgebloeid, maar het gaat om de herinnering. Om met Mijterloof (Tellima grandiflora) te beginnen. Welke andere wintergroene plant heeft zo’n groot palet aan pastel bloemkleuren als deze plant, die ook wel Franjekelk wordt genoemd. Het is een tere barometer van de tuinziel die groen in knop verbloeit naar zacht geel, van roze tot rood in kanten gefrutsel om tenslotte te eindigen in bruin voordat mijn snoeischaar de tuin behoedt voor een iets te ruim nakomelingschap.
En dan de magie van Honinglook. Thuis noemden we dat bolgewas gewoon de Bulgaarse toverui. Officieel heet die bij P. Nijssen – schrik niet – Nectaroscordum siculum subsp. bulgaricum. En of die kan toveren! Als de knop opengaat en het vlies afgeschoven wordt door de ontwikkelende klokjes, staan de aanstormende bloempjes op ranke stelen omhoog, zoals bij een aan Allium verwant bolgewas hoort. Als de bloemen groeien en open gaan, hangen ze als fraaie getekende klokken aan de gebogen baleinen van een zomerse parasol. Hommels zijn er dol op. Aan het eind van het bloeiseizoen rollen de bloemblaadjes zich bijna spiraalsgewijs op en de bloemstelen strekken zich weer zodat het geheel lijkt op een bosje geel-groene tulpen, alsof ze zeggen willen: ziezo, inpakken maar, het zit er weer op, we gaan terug, de cirkel is rond en tot volgend jaar!
Er is op zijn minst nog een plant, een roos eigenlijk die maar al te graag de knollentuin in zou willen, maar die in - wat wij noemen - ons ‘Engels tuintje’ staat. Dat is de groene roos, Rosa chinensis viridiflora. Ze verdient die plaats in magie van de knollentuin ook eigenlijk wel door haar groenige karakter, maar ze blijft waar ze is. Maar ook bij haar meldt zich het verlegen rozerood in het groen bij het verbloeien. Mocht je ooit een vriend of vriendin een tuinboek cadeau willen geven dan is dit de uitgelezen bloem om op het pakje te plakken.
Tot slot onze nieuwkomer: Echinacea purpurea ‘Green Twister’. Ga daar eens een mooi Nederlands synoniem voor bedenken. Roodgroene Zonnehoed? Mwah! De bloem ziet eruit alsof hij te kort in de centrifuge heeft gezeten en het roze de uiteinden van de kroonblaren nog niet heeft bereikt. Ik houd het op kort centrifugeren… maar mooi!
PS een paar "late" foto's erbij gedaan; die geven gelijk een heel andere warme sfeer... de foto van de twister is ook laat gemaakt.