Vorige week op woensdagnacht werden we rond twee uur wakker door een enorme doffe dreun, glasgerinkel en brekende potten. Om het weerbeeld in deze zwoele nacht toch nog even terug te halen: het had de hele dag al gegoten, om ’s avonds en ’s nachts langzaam af te bouwen naar lichte regen. Een van de regentonnen is door zijn gewicht met een poot van zijn plek geglipt of hij heeft al sinds de winter scheef gestaan. De overvolle ton is dagen achter elkaar overstroomd aan de kant van de scheve poot tot de grond woensdag blijkbaar zo verzadigd was dat de ton omklapte en met zijn ruim 160 kilo dood gewicht de zijkant van de pas gereviseerde koude bak indrukte. Alle planten die daar keurig in de zomerstand waren weggezet (droog en warm tot heet) dreven rond. Dit weekend hoop ik de zijkant er weer in te hebben. Nieuw glas is besteld en het aluminium heb ik weer recht kunnen kloppen. De salamanders die tussen het dorre blad vandaan kwamen heb ik op een veilig plkeje gezet.
Nu staat de regenton weer op zijn achterover gestrate grote tegel fris en schoon geschrobd aan de binnenkant te wachten op het eerste buitje. En van mij mag die inmiddels weer gauw vol raken.