Het mooie weer van afgelopen zaterdag zette goed aan tot opruimen in de knollentuin. Alle winterbescherming van mijn zaailingen weggehaald, schoongemaakt en opgeruimd. Koude bakken en de kas helemaal open gezet. Lucht erin, vocht eruit. De regentonnen weer op hun pootjes gezet, maar echt happy was ik er nog niet mee.
Met de heggenschaar ontfermde ik me eerst over de uitlopers van het Loodkruid die over het pad lagen. Het tot snot gevroren blad is gevaarlijk glad als het nat is en moet nu echt weg. Terwijl ik daar mee bezig was, begon hoog in de uitlopers van de rambler ‘Veilchenblau’ een heggenmus zijn prevelende liedje zingen, keer op keer herhaald. Dat de puschkinia´s in bloei zijn gekomen. Dat wist ik nog niet. Nog geen tijd voor gehad. Dat het leverbloempje zijn eerste knopje heeft geopend. Nu al? Waar dan? Dat alle toverhazelaars nu bloeien. Jazeker, dat wist ik wel. Dat de Schijnaugurk ook gesnoeid moet worden. Ook dat is waar, want die is finaal uit zijn pot gegroeid. Ja, zo kan ie wel even, zit me niet op te jutten! En ik weet dat het heggenmusje straks zelf de longen uit zijn lijfje moet vliegen om al die hongerige snavels gevuld te krijgen. Laat hem nu even lekker bezig zijn met zijn hofmakerij. De heggenmus weet, net als ik, zijn momenten te kiezen. Maar ja, gelijk heeft ie wel want halverwege de tuin staan op de pergola naast de Schijnaugurk twee ramblers, ‘Veilchenblau’ en ‘Paul’s Scarlet Climber’, het enige narcisme in de knollentuin. Deze twee zijn lastig te bewerken, want snoeien en leiden kan alleen juist nu in het vroege voorjaar voordat de vaste planten aan de zonkant en de bolgewassen aan de schaduw/noordkant opkomen en meestal is het vies koud weer als ik tijd heb, maar dit jaar niet. En, ik had hulp van een roodborstje.
Tegen de garage van de buren groeit nog ook een andere roos: ‘Zéphirine Drouhin’. Nou die kun je met je voortanden snoeien! Als je de dakrand van die garage voor je ogen met een hand afdekt, dan waan je je in de bloeitijd zo bij Kasteel Walenburg, de door mevrouw Canneman ontworpen tuin waar ik deze fantastische roos voor het eerst mocht bewonderen. Het is een cerise-roze (bourbon) roos met een zoete geur die ook nog eens rijk bloeit. Zelfs met je ogen dicht graaft de geur zich met ongelooflijke snelheid door je geheugen naar dat eerste, ultieme moment. Tegen die snelheid kan geen computer op, zo’n totaalbeeld: samen met mijn vrouw, die dag, het uur, de geur en alle gevoelens daarbij.
Dus geen uitstel vandaag, boek aan de kant, luie stoel dicht laten en de ladder op voor het snoeien van de noordkant, de kant van de bollen en knollen. De komende dagen de zuidkant…