Cherrytomaat kweken

Cherrytomaat kweken

Niets leuker en lekkerder dan tomaatjes uit eigen tuin! Helaas is ze niet de makkelijkste groente om te telen, vooral de verzorging na het zaaien vergt wel wat kennis en kunde, maar dat is ze allemaal dubbel en dwars waard! Wij geven je aanwijzingen en tips voor een goede opbrengst van lekkere cherrytomaatjes. Zaaien kun je in maart en eerste week april. Oogsten vanaf eind juli.

Cherrytomaat, niet de makkelijkste maar lekker!

Wanneer zaaien?
Je kunt tomaten in de gehele maand maart zaaien, en eventueel ook in de eerste week van april nog wel. Je kunt ze vervolgens vanaf ongeveer eind juli oogsten (en die oogst duurt tot de planten ziek worden en het begeven onder invloed van regen, kou en wind, soms is dat al na half augustus maar soms ook pas in september of nog later). 

Binnen zaaien en pas na 12 mei naar buiten
Je zaait tomaten binnen, ze kunnen geen vorst verdragen dus de jonge planten mogen pas vanaf 12 mei (IJsheiligen) naar buiten. Maar je wilt dan wel een voorsprong hebben, en dus zaai je in maart bij kamertemperatuur in een zo licht en zonnig raamkozijn, zo heb je al grote zaailingen in mei.

Hoe zaaien?

  1. Zaai 1 zaadje per potje van 5 x 5 centimeter (of liever nog een iets groter potje, 9 x 9 centimeter). Je kunt ook 2 of 3 zaadjes per potje zaaien maar dan moet je 1 zaailing later wegknippen, en dat is wel zonde, je kunt ook meerdere potjes met 1 zaadje zaaien zodat je misschien wel 2 of 3 planten overhoudt).
  2. Gebruik voor het zaaien potgrond die je wat luchtiger maakt door er ongeveer een kwart grof zand door te mengen (of gebruik zaai- en stekgrond).
  3. Dek het zaadje in het potje af met maximaal 0,5 centimeter zand of potgrond/zandmengsel. Houd de zaden goed vochtig.
  4. Bij kamertemperatuur kiemen de zaden binnen ongeveer 10 tot 14 dagen.

Verzorging, volle grond, pot of zak ...
Houd de tomaten tot 12 mei in huis, na de kieming mogen ze wel wat koeler worden gezet (naar ongeveer 15 graden) maar ook weer zo licht mogelijk in een zonnig raamkozijn. Ze hebben water nodig maar net als bij de kieming houden ze niet van kletsnatte grond.

Bedenk waarin je de tomatenplant buiten wilt gaan telen. Je kunt kiezen voor de volle grond (houd dan een afstand van ongeveer 60-70 centimeter aan tussen 2 planten)
Je kunt kiezen voor een pot (gebruik dan een pot met een diameter van 30 tot 35 centimeter en vul die met potgrond).
Je kunt kiezen voor een zak van 40 liter potgrond die je plat neerlegt, er passen dan 2 tomatenplanten in 1 zak (snijd daarvoor links en rechts een kruis in het plastic en plant daar de tomatenzaailingen in, en maak aan de onderkant van de platte zak een paar gaatjes voor de afwatering).

Zaailingen verplanten bij 10 cm
Verplant de zaailingen als ze minimaal 10 centimeter groot zijn (vanaf 12 mei) en geef ze het zonnigste plekje in de tuin. Hark 2 weken voor je de tomaten buiten uitplant wat algemene moestuinvoeding door de grond. Als je de tomatenplant(en) in potten of zakken houdt, dan zit er voor 8 weken genoeg voeding in de potgrond. Daarna kun je bij gaan voeden met een algemene moestuinvoeding die je bijvoorbeeld oplost in water en elke week geeft (kijk op de verpakking en houd je aan die voorschriften).   

Let op, zet een stok, dieven tikken en toppen!
Nu komt het belangrijkste van het verzorgen. Zet direct bij het planten al een stevige stok van ongeveer 120-140 centimeter direct naast de tomatenplant, zo diep in de grond/pot/zak dat de tomaat zich er aan vast kan houden, ook als ze zwaar wordt van de tomaatjes die eraan groeien.

Als de tomatenplant ongeveer 30 centimeter hoog is bind je met een draadje of bindertje de dikke steel van de tomatenplant aan de stok vast, doe dat niet te vast want die stam wordt nog dikker en moet dus nog mee kunnen groeien. Dit blijf je herhalen, na elke 30 centimeter bind je weer die hoofdstengel losjes aan de stok vast, zodat de stengel verticaal groeit en blijft staan.

Dieven, naar het filmpje
Dieven: als je de stengel goed aan blijft binden zie je boven elk blad een nieuw klein stengeltje komen. Dat wordt een dief genoemd, en het is heel belangrijk om deze dieven in een jong stadium te verwijderen. Als je dat niet doet gaan er heel veel van deze dieven groeien, ze worden dan net zo groot als de hoofdstengel, het zorgt ervoor dat er heel veel stengels en bladeren en bloemen komen maar weinig of geen tomaatjes. Controleer 1 keer per week of je dieven ziet en nijp ze tussen duim en wijsvinger weg.

Tikken: als de wind waait zorgt die voor het bevruchten van het bloempje zodat er een tomaatje kan worden gemaakt. Maar als er weinig of geen wind staat kun je de bevruchting een beetje helpen door 1 keer per dag kort tegen de stok te tikken waar de tomatenplant aan vastgebonden is; op die manier zorg je dat het stuifmeel in de bloem loslaat en op de stamper valt en de bloempjes worden bevrucht. 

Toppen: in een kas kun je veel trossen tomaten oogsten, maar in de buitenteelt is de oogst door het koele Nederlandse weer beperkt. Om die reden knip je de bovenkant van de plant eraf als er 3 trossen tomaten boven elkaar bloeien. Zo stop je de groei en bloei maar bevorder je de vorming en rijping van vruchtjes. De planten zijn dan ondertussen al ruim een meter hoog.   

Blijf dieven verwijderen en aanbinden indien nodig. Als er heel veel bladeren groeien mag je ook een blad wegknippen als die voor een trosje bloemen hangt (zodat de zon op de tomaatjes kan schijnen en deze goed kunnen rijpen).

De oogst
Oogst de tomaatjes wanneer ze goed rijp zijn. Dat doe je door het tomaatje in je hand te nemen en dan met je duim op het knikje te drukken dat in het steeltje zit waar het tomaatje aan vast zit, het tomaatje laat dan inclusief kroontje makkelijk los. Oogst niet te hele tros maar vooral elke keer de rijpe tomaatjes er tussenuit, en eet ze binnen 2 of 3 dagen.

Als de tomatenplanten het begeven (door regen, kou of wat dan ook) kun je de allerlaatste tomaatjes oogsten die nog niet rijp maar ook niet helemaal groen meer zijn; in een papieren zak rijpen de tomaatjes alsnog bij ongeveer 16 graden.

Tekst en beeld: Diana Stek