Egeltjes in de tuin?

Egeltjes in de tuin?

Egels zijn ondanks hun stekels echte tuintroetels. Wie ooit een egelmoeder met een paar jongen in haar kielzog door de tuin heeft zien scharrelen, is voorgoed verkocht. Egels naar je tuin lokken, is nog niet zo eenvoudig. Met rommelige hoekjes en voldoende voedsel maak je de meeste kans.

Tips voor een egelvriendelijke tuin

  • Laat bladeren en een stapel takken in de tuin liggen, hieronder
  • kunnen de egels een nest maken.
  • Maak een rommelhoekje met wilde planten en struiken en een
  • composthoop waar egels slakken vinden en kunnen slapen.
  • Zorg dat er een opening in de schutting is waardoor egels van de
  • ene naar de andere tuin kunnen lopen. Of liever nog, plant een heg.
  • Een hermetisch afgesloten tuin kan niet worden bezocht door egels.
  • Zet in droge perioden een schaal vers water neer.
  • Bijvoeren kan geen kwaad. Egels lusten graag kattenvoer, gehakt
  • of speciaal egelvoer. Geen melk, daar krijgen ze diarree van.
  • Hoe meer tegels, hoe minder egels. Zorg voor voldoende groen in
  • de tuin.
  • Maak of koop een egelhuis. Plaats het huis in een rustig hoekje
  • van de tuin, bij voorkeur langs een muur of schutting. Zorg dat de
  • ingang niet veel wind vangt en iets schuin afloopt, zodat er geen
  • water naar binnen kan.


Paren
Egels houden van een afwisselende leefomgeving: bos, wat open gebied en ook in natuurlijke tuinen met veel hagen en onderbegroeiing voelen ze zich thuis. Als er maar genoeg te eten is en voldoende plek om te schuilen. De paringstijd begint in het voorjaar, maar egels kunnen er tot ver in de zomer mee doorgaan. Buiten de paartijd zijn het solitaire dieren, maar ze staan niet vijandig tegenover elkaar. Ze hebben geleerd dat het beter is elkaar te mijden dan energie te steken in vechten.

De egelvrouw geeft zich niet zomaar gewonnen, dat kan dagen duren. Voor het zover is gaat het er luidruchtig aan toe. Met veel gegrom en geknor zit de egelman achter z’n geliefde aan. Hij kan hierbij zoveel herrie maken, dat het lijkt alsof er een everzwijn door de tuin dendert. Als het vrouwtje haar stekels plat legt en haar staart omhoog wipt, klimt hij bij haar achterop. Egels doen het, zoals bijna alle zoogdieren, gewoon op z’n hondjes. Lange tijd heeft men gedacht dat egels buik aan buik paarden, omdat de stekels anders in de weg zouden zitten.

Gezinnetje
Na ongeveer twee maanden worden er drie tot tien jongen geboren, in een speciaal daarvoor gemaakt nest van gras en bladeren. Ze zijn blind, doof, kaal
stekelloos, maar binnen een dag komen bruin-witte stekeltjes tevoorschijn. Drie weken oud beginnen de egeljongen aardig op hun ouders te lijken. Dat is het moment dat ze naar buiten gaan en voor hun eigen maaltijd moeten zorgen. Ze eten dan voor het eerst
vast voedsel. De witte stekels hebben plaatsgemaakt voor volwassen bruine stekels. Als ze twee maanden oud zijn, worden ze door ma het nest uit gebonjourd. Hun vader is dan al lang buiten beeld. Tien maanden later kunnen ze zelf een egelgezinnetje stichten.
Moeder egel bijt haar pasgeboren jongen dood als het nest verstoord wordt. Gebeurt dit als de jonkies een paar dagen oud zijn, dan verhuist ze met haar kroost naar een nieuw nest.

Verkeer
Nog altijd gaan de meeste egels dood in het verkeer. Volgens de
Zoogdiervereniging worden jaarlijks 100.000 tot 300.000 dode egels
langs de kant van de weg gevonden. Ook egels die later in het jaar
geboren worden, redden het niet. Ze hebben nog te weinig vet om de
winter door te komen. Ga niet zelf modderen en geef egels nooit melk.
Ze krijgen diaree en gaan dood. Jonge egels opvoeden is vakwerk. Breng
de diertjes altijd naar een egelopvangcentrum.

Winterslaap
In de herfst, als de temperatuur onder de 10°C daalt, maken de egels zich op om in winterslaap te gaan. Voor het nest zoeken ze een droge, beschutte plek. Ze maken van hun woning een ware egelvilla, die wordt bekleed met bladeren, takjes, mos en gras. Hier brengen ze de hele winter opgerold door. Hun lichaamstemperatuur daalt tijdens
de winterslaap van 36 °C naar 10 °C, de hartslag zakt van 190 naar 20 slagen per minuut en ademen gebeurt eens in de 2 tot 3 minuten. Anders dan tijdens de gewone slaap reageert een egel in winterslaap nog goed op prikkels. Het is dus belangrijk dat je ze in deze periode niet stoort: wees voorzichtig met het verplaatsen van bladeren of takken.
Tekst: Carla van Lingen

Meer in deze categorie