Herfst ... dat is dé periode om je tuin klaar te maken voor de winter. Maar wat moet je nou precies allemaal wel en niet doen? Waar doe je de natuur en jezelf het meest plezier mee? Gerard van Buiten van de Botanische Tuinen Utrecht legt het uit!
Eén ding is zeker, al het blad dat van de bomen valt hoef je niet weg te gooien. Blad hoort in de natuur. Gooi het tussen je planten zodat het tussen de planten zakt en de bodem bedekt. Daar kunnen allerlei kleine beestjes in de winter in overleven. Het blad verteert langzaam en zo komt er voeding vrij voor de planten. Het blad zorgt er ook voor dat de grond niet helemaal dicht slaat door de winterregens. Eigenlijk is blad de perfecte bescherming voor je planten.
Op het gazon echter moet je het blad niet laten liggen in de winter want als daar een te dikke laag op ligt, verstikt het gras en gaat het rotten. Gras heeft licht en lucht nodig. Dus hark het bald van het gazon en schuif het in de border.
Met wintergroene, bodembedekkende vaste planten doe je hetzelfde als met het gazon. Ook dat blad heeft licht nodig. Haal het er dus af.
Sommige mensen houden niet van uitgebloeide stengels en knippen ze af. Maar doe dat niet, want in de winter krijg je er een mooi laagje rijp op en de vogels vinden er zaden. En bovendien, ook dat blad sterft af en geeft weer voeding.
Wat je ook niet meer hoeft te doen in de herfst is het bemesten, want daar hebben die planten niets aan. Ze staan immers stil in de winter.
Zie je een kale plek in de tuin, vul die dan op met een plant uit je tuin. Bijvoorbeeld geranium. Haal 'm eruit, scheur 'm in stukken en plant de stukken opnieuw. Zo maak je meer geraniums. Doe dat tot half oktober. Siergrassen scheur je niet voor de winter maar in het vroege voorjaar.
En vergeet niet om voorjaarsbollen te planten!
