Rozen stekken

Rozen stekken

Heb je een mooie roos en wil je er meer van? Je kunt nu rozen stekken. Gebruik hiervoor bij voorkeur nieuwe scheuten die dit jaar zijn gegroeid.

Na het afknippen moeten de stekken zo snel mogelijk de grond in. Zet daarom voor iedere stek die je wilt maken alvast een pot klaar met een mengsel van potgrond (4/5 deel) en scherp zand of vermiculiet (1/5 deel).

  1. Knip nu een aantal stevige, rechte scheuten af. Uit een lange scheut kun je meerdere stekken halen.
  2. Maak stekken van zo’n 25 centimeter waarbij iedere stek onderaan een oog heeft, oftewel een verdikking, waar meestal een blad aan zit. Hieruit groeien straks de wortels.
  3. Verwijder het blad, maar laat bovenaan twee of drie bladparen zitten, die vallen er na verloop van tijd vanzelf af. Snijd met een scherp mes de stekken onder het oog schuin af. Maak een gaatje in de potgrond (bijvoorbeeld met een potlood) en zet ze direct in de pot, zodanig dat 10 centimeter van de steel onder de grond staat.
  4. Druk de grond stevig aan en geef water. Zet de potten op een koele plek in de schaduw en zorg ervoor dat de grond niet uitdroogt.
  5. Laat ze overwinteren op een koele, vorstvrije plek.
  6. Als in het voorjaar uit de bovenste ogen bladeren gaan groeien, is dat het teken dat de stekken wortels hebben gemaakt.
  7. Geef ze dan wat voeding of vul de grond aan met verse potgrond, waarna de planten nog even kunnen doorgroeien.
  8. Aan het einde van het voorjaar kun je je nieuwe rozen in de tuin zetten.  
     

Beeld Gap Photos