Aardbeien kweken in een pot

Aardbeien kweken in een pot

Je kunt aardbeien heel goed kweken in een pot. Leuk voor op het balkon of op je terras. Je kunt ze zelfs in een hangende pot kweken. We vertellen je hoe je dat doet en waar je op moet letten.

3 jaar voor de beste oogst van aardbeien

Aardbeien zijn winterharde vaste planten. Voor de beste oogst houd je aardbeien ongeveer 3 jaar aan en vervang je ze daarna door nieuwe planten (die je heel gemakkelijk zelf uit de uitlopers kunt vermeerderen). Wanneer je geen stekken nodig hebt, verwijder je die uitlopers juist in een jong stadium, zodat ze de plant geen energie kosten en zich overal vastzetten. 
 

Doordragend ras

Er zijn 2 soorten aardbeien: eenmaal-dragende rassen en doordragende rassen.  
Eenmaal-dragende rassen geven rond juni/juli (afhankelijk van het ras) één grote oogst. Doordragende rassen spreiden die oogst over een langere periode (ongeveer van half juni tot eind september).

Aardbeien worden bestoven door de wind maar vooral ook door insecten. Om die reden is de opbrengst per plant altijd groter wanneer er meerdere aardbeiplanten bij elkaar staan. Er is een klein aantal rassen (zoals de witte ananasaardbei en Frau Mieze Schindler) dat een ander aardbeiras nodig heeft voor de bestuiving.


Plant, pot en plaats

Een aardbeiplant wordt ongeveer 35 centimeter breed en 30 centimeter hoog. Je kunt kiezen voor één plant per pot met een inhoud van minimaal 12 liter, of voor een grotere pot met daarin 3 tot 5 planten.

Aardbeien houden van een humusrijke en lichtzure grond (pH 5,5 tot 6,0). Bovendien kunnen aardbeien heel slecht tegen droogte. Om die reden plant je ze in een mengsel van bijvoorbeeld potgrond, compost en een klein deel turf, wellicht vermengd met wat vermiculiet (omdat vermiculiet een teveel aan vocht op kan slaan in natte periodes en een tekort aan vocht aan de wortels af kan staan in droge periodes). Het is handig om een schaal onder de pot(ten) te zetten zodat een teveel aan water wordt opgevangen.

Aardbeiplanten staan graag in de zon of halfschaduw.

Plant aardbeistekken net zo diep als dat de stekken in de grond groeien: te diep oppotten kan rotting van de kop veroorzaken, te ondiep oppotten kan zorgen voor verdroging, slechte groei en vorstschade. Geef direct na het verpotten ruim water. 
 

Voeding en verzorging van de aardbei

Een gemiddelde hoeveelheid samengestelde voeding voor fruit volstaat, met daarin wat extra kali voor de vorming van vruchten en een goede smaak en houdbaarheid. Doordragende rassen geven over een langere periode vruchten en hebben dus ook over een langere periode voeding nodig. 

Het is handig om de grond rondom de aardbei te bedekken, bijvoorbeeld met stro, worteldoek of bruin karton. Dit houdt onkruidgroei tegen en het houdt de grond wat langer koel en vochtig. Daarnaast blijven rijpende aardbeien schoon en droog zodat ze minder makkelijk schimmelen/rotten. En tot slot kunnen uitlopers zich zo wat minder makkelijk vastzetten in de grond.

Uiteraard is voldoende water geven het hele jaar belangrijk. 


Vermeerderen van aardbeien

Aardbeiplanten maken veel uitlopers waaraan nieuwe jonge planten groeien. Je kunt zelf aardbeistekken nemen door per plant maximaal 2 of 3 uitlopers te laten groeien. Houd per  uitloper 1 stek aan en knip de uitloper vervolgens af zodat die ene stek per uitloper groot en sterk wordt. Plant de net gevormde stek in een potje met potgrond maar laat haar nog wel vast zitten aan de moederplant. De stek zal binnen enkele weken wortelen. Als de stek groot genoeg is kan ze van de moederplant losgeknipt worden. En als nog enkele weken daarna de wortels van de stek onderuit het potje groeien is ze groot genoeg om uitgeplant te worden. Op deze manier kun je het aantal planten vergroten of voor verjonging zorgen wanneer de oude aardbeiplanten minder opbrengst gaan geven.


Beschermen en oogsten

Na de bloei van witte bloempjes in mei/juni worden de kleine groene aardbeitjes gevormd die later zullen groeien en rijpen. Tijdens de bloei is het belangrijk dat zoveel mogelijk bestuivende insecten toegang hebben tot de bloemen. 

Er zijn vroege, middelvroege en late rassen, afhankelijk van het ras kun je in juni of juli   oogsten (of over een langere periode wanneer je een doordragend ras hebt). 
Tijdens het rijpen is het belangrijk om de vruchten te beschermen; vooral vogels, ratten, pissebedden en slakken houden van rijpe aardbeien. Afhankelijk van de standplaats en hoeveelheid potten kun je overwegen om de planten met een fijnmazig net te beschermen. Bedenk bij de teelt van doordragers dat het net na de oogst weer verwijderd moet worden voor de bestuiving van de bloemen die daarna weer gaan bloeien.   

Pluk aardbeien altijd voorzichtig; de vruchten beschadigen makkelijk en zijn dus ook slecht te bewaren. Sommige rassen zijn wat steviger dan andere en bewaren iets langer.
 

Voorbeelden van rassen: 

Eenmaal dragend vroeg: Elianny, Gariguette, Sonata, Lambada
Eenmaal dragend middelvroeg: Polka, Korona, Induka 
Eenmaal dragend laat: Senga Sengana, Vima Xima, Florence
Doordragend: Ostara, Verity, Evie 2

Bijzonder:
Cherryberry (zeer donkere kleur)
Mara des Bois (bosaardbei)
Mrak (hangaardbei)
Maxim (zeer grote vruchten)
Frau Mieze Schindler (rozerode frambozenaardbei, heeft kruisbestuiver nodig)
Pineberry (witte ananasaardbei, heeft kruisbestuiver nodig)   

Ook aalbes, appel, blauwe bes, kruisbes, framboos en vijg kun je prima in een pot zetten. Lees hier alles over deze fruitsoorten in een pot.

Tekst: Diana Stek

Meer in deze categorie