Koriander heeft 2 leuke eigenschappen. Eerst komt het blad, dat heeft een lekker friskruidige smaak en wordt veel gebruikt in gerechten uit het Midden-Oosten. En daarna komt de bloei en vervolgens de zaden. De (rijpe en gedroogde) zaden kun je ook oogsten en eten, in Aziatische gerechten. Die rijpe zaadbolletjes worden, al dan niet gemalen, ketoembar genoemd. Koriander is makkelijk te telen, zet er wel meerdere planten van bij elkaar, want één of maar een paar planten geeft niet veel oogst.
Koriander kan wel wat kou verdragen. Je zaait haar het best voor in potjes, al is het maar omdat in de volle grond de jonge zaailingen snel worden gevonden en opgegeten door slakken. Zaai de vrij grote zaden rond maart of april of zelfs mei voor. Als je de zaden wat vroeger zaait kun je de zaailingen in pot wat groter laten worden: hoe groter de zaailing – des te minder gewild zal ze zijn voor slakken.
Je kunt koriander buiten zaaien, maar ook dan komen slakken op de jonge zaailingen af. Om die reden kun je beter binnen of in een kas of platte bak zaaien, of anders buiten op een tuintafel of andere verhoging waar slakken niet makkelijk kunnen komen. Korianderzaden kiemen bij een temperatuur van ongeveer 15 graden binnen 2 weken, bij kamertemperatuur binnen 7 tot 10 dagen. Buiten kan de kieming (afhankelijk van de grondtemperatuur) ongeveer 2 tot 3 weken duren. Je kunt de zaailingen buiten uitplanten wanneer ze groot genoeg zijn (en dat is wanneer de zaailingen meer dan 5 blaadjes hebben). Pas ook dan de eerste weken nog op voor slakken.
Zaai ongeveer 2 tot 4 zaden in een 5 x 5 centimeter potje, gebruik potgrond die je luchtiger maakt door er wat vermiculiet of perliet of grof zand door te mengen. Leg de bolletjes verspreid over het oppervlak van het potje. Dek de zaden af met een dun laagje (0,5 centimeter) van het potgrondmengsel. Geef direct water.
Je mag koriander vanaf ongeveer eind april buiten uitplanten.
Koriander is minder geschikt om in een pot te telen, omdat koriander erg gevoelig voor doorschieten. Om die reden zorg je bij de opkweek voor een gematigd warme standplaats en regelmatig een klein beetje water geven; grote temperatuursverschillen en droogte zorgen voor sneller doorschieten. Ook bij het uitplanten houd je hier het beste rekening mee; dus een plekje in de halfschaduw in vochtige grond. Mocht je koriander toch in een pot willen houden zorg dan voor een grote pot (meer volume maakt de kans op droogte en doorschieten kleiner), en kies ook dan weer een plekje met wat schaduw.
Koriander heeft niet veel voeding nodig maar kan zeker ook niet zonder. In potgrond zit voldoende voeding voor 8 weken, daarna zul je wel wat voeding moeten gaan geven (volgens de aanwijzingen op de verpakking). Ook in de volle grond kun je wat algemene moestuinvoeding of kruidenmest geven, doe dat een week of 2 voor je de zaailingen uitplant.
Je kunt dus zowel het blad als de zaden oogsten. Voor de oogst van de blaadjes oogst je wanneer je wilt, mits de planten groot genoeg zijn en er altijd wat stengels en blaadjes overblijven om voor nieuwe groei te zorgen. Er zijn een aantal leuke cultivars naast de ‘gewone; koriander; bijvoorbeeld ‘Lemon’ (koriander met een vleug citroen), en ‘Delfino’ (koriander met heel fijn geveerd blad, bijna als van dille, zie foto). Pluk de blaadjes en/of stengels zo kort mogelijk voor je ze in de keuken wilt gebruiken.
Rond juli gaan de meeste planten 'doorschieten', bloeien (al kan dat dus ook door standplaats en vochtigheid van de grond wat eerder gebeuren). Na de bloei van witte schermbloempjes worden de zaden gevormd, het zijn kleine groene balletjes. Laat de bolletjes aan de plant tot ze helemaal droog en bruin zijn, oogst ze dan en laat ze bij kamertemperatuur nog een paar dagen nadrogen. En je kunt het dan als ketoembar in de keuken gebruik door wat bolletjes in een droge koekenpan te roosteren en de bolletjes dan fijn te malen.
Koriander is eenjarig, na de oogst van de zaden zullen de planten afsterven.
Tekst en beeld: Diana Stek
