Doperwten uit eigen tuin zijn erg lekker! Zo lekker zoet dat je de peul, waar meestal zo’n 8 doperwten in zitten, zelfs rauw van de plant kunt plukken en opeten. En doperwten kunnen heel goed tegen kou, daarom zijn ze heel geschikt om in ons land te telen. Nog een voordeel; je kunt er al vroeg mee beginnen. Zaaien doe je van half februari tot half april. Oogsten rond juni/juli.
Wanneer zaaien en oogsten?
Je kunt doperwten tussen ongeveer half februari en half april zaaien, en je kunt ze vervolgens rond juni/juli oogsten.
Waar zaaien, buiten of binnen?
Je kunt doperwten al gelijk buiten zaaien, ze kunnen goed tegen vorst. Maar doperwten kunnen niet goed tegen veel regen (de zetmeelrijke zaden kunnen dan gemakkelijk rotten). En daarom is het toch handig om ze binnenshuis voor te zaaien. Zet de potjes met zaden op een lichte plaats (in een raamkozijn) maar niet te warm, 10 tot 15 graden is warm genoeg.
Hoe zaaien?
Verzorging
Doperwten staan het liefst in de zon, maar kunnen eventueel ook in halfschaduw geplant worden. Ze hebben water nodig maar net als bij de kieming houden ze niet van kletsnatte grond.
Doperwten hebben ook niet heel veel voeding nodig. Je kunt doperwten in een pot telen maar ook in de vollegrond. Gebruik voor 2 zaailingen een pot met een diameter van ongeveer 25 centimeter en verplant de zaailingen als ze ongeveer 6 centimeter groot zijn. In de pot met potgrond zit voldoende voeding tot de oogst, in de vollegrond hoef je alleen maar voeding te geven als de grond heel arm is.
Na het uitplanten van de zaailingen zul je ze de eerste weken tegen vogels moeten beschermen, zij vinden de jonge zaailingen erg lekker. Je kunt dat doen door er een stukje gaas over te spannen of er wat vliesdoek over te draperen). Als de zaailingen 35 centimeter hoog zijn mag de bescherming worden weggehaald want dan zijn de planten minder lekker voor vogels.
Ze gaan klimmen!
Op dat moment kun je ook gelijk een kleine stok van ongeveer 60 centimeter hoog bij de planten zetten, doperwtenplanten zijn slingerplanten; ze houden zich met kleine ranken vast aan de stok en zo kunnen ze niet omvallen. Soms moet je de plant een beetje helpen door ze met een touwtje (niet te strak!) aan de stok te binden.
Als je meerdere planten hebt kun je beter een hekwerk met een stukje gaas maken, daar kunnen de planten zich makkelijker aan vasthouden. Meerdere planten plant je het best zo’n 5 centimeter van elkaar in de rij.
De oogst: juli
Na de bloei in ongeveer juni (afhankelijk van het weer en wanneer je zaait) kun je in juli de doperwten oogsten.
De peul die aan de plant hangt is het hoesje waar de doperwt in zit. Die peul kun je trouwens ook eten, maar bij doperwten is de peul vaak wel wat steviger en heeft ook een draad langs de rand die niet lekker is. Je laat de peul hangen tot die dikker wordt. Pas dan weer op voor vogels, want de peul met jonge doperwtjes erin is voor hen ook een lekkernij. Drapeer eventueel het vliesdoek of gaas dat je eerder gebruikte weer over de peulen.
Als de peul zo dik is dat je kunt zien dat er mooie ronde doperwten in zitten kun je de peul van de plant knippen (niet eraf trekken want de stengel is niet zo sterk maar de doperwten zitten heel vast aan de plant). Als je te vroeg plukt zijn de doperwten nog erg klein en dat is zonde, maar ze zijn wel heel lekker. Als je te lang wacht met plukken is de doperwt erg groot geworden, maar vooral ook niet lekker meer: te oude doperwten zijn melig in plaats van zoet.
Van 1 plant kun je ongeveer 4 tot 6 peulen met doperwten oogsten. Eet ze vooral dezelfde dag nog, want dan zijn ze het lekkerst.
Tekst en beeld: Diana Stek
