Staartmees

Staartmezen zie je vaak in groepen ‘dwarrelen’ door bomen en struiken, waarbij ze steeds naar elkaar roepen en op elkaar wachten. Omdat ze zo klein en dus licht zijn, kunnen ze zelfs op de kleinste twijgjes zitten.

Ze zoeken onderweg ook hun voedsel, dat bestaat uit rupsen en insecten. In de winter eten ze ook graag vetbollen, met hun puntsnavel kunnen ze de zaadjes heel goed uit het vet peuteren. Staartmezen maken een bijzonder, bolvormig nest. Ze houden van afwisseling tussen dichte (stekel)struiken, loofbomen en open ruimtes als grasvelden.