Dat niet elk plantje tussen de terrastegels ongewenst is, bleek toen een van mijn broers me pas een foto stuurde. Op zijn vraag welke schoonheid er tussen zijn tegels groeide, kon ik al gauw een antwoord dichten. Het was Antirrhinum majus, grote leeuwenbek (Löwenmaul, Gueule de lion, Snapdragon). Getriggerd door de naam en om te kijken of het echt om een grote leeuwenbek ging, drukte mijn schoonzusje op de zijkanten van de bloem en ja hoor, zijn bek ging open. Met enige fantasie leek de leeuwenbek zelfs te brullen:). Niet alleen in ons land, maar ook in andere landen hebben planten bijzondere namen. Vaak kregen ze die om een van hun uiterlijke kenmerken. Hun naam kon echter ook gerelateerd zijn aan het gebruik van de plant, zoals bij Euonymus. Terwijl deze struik in ons land, door de vorm en de kleur van de vruchten, de naam kardinaalsmuts draagt, heet hij in Engelssprekende landen ‘Spindle tree’. Van zijn hout maakten mensen vroeger namelijk spindels voor spinnenwielen om er gesponnen wol op te kunnen wikkelen.
Vanaf het begin van de mensheid was het belangrijk om planten namen te geven en ze afhankelijk van hun nut en waarde in het veld te kunnen herkennen als voedsel, geneesmiddel of giftige plant. Door mondelinge overlevering vond deze kennis van generatie op generatie zijn weg, totdat geleerden ruim 2.000 jaar geleden planten zijn gaan beschrijven. In de 18e eeuw zorgde de Zweedse Linnaeus met zijn binaire nomenclatuur voor wereldwijde duidelijkheid; elke plant kreeg een tweeledige naam, waarbij geslachtsnaam en soortaanduiding de wetenschappelijk soortnaam vormden.
Anneke
T @blikopdetuin F www.facebook.com/GroeiBloeiWestland.
Blik op de tuin – Vragen kunt u stellen via: info@westland.groei.nl; activiteiten van Groei en Bloei Westland vindt u op: westland.groei.nl
