Groei&Bloei Op zoek naar een flinke wolk…

Op zoek naar een flinke wolk…

Op zoek naar een flinke wolk…

… in de knollentuin en mijn herinnering

Net als elders spelen de hoge temperaturen, de vele zon en droogte in de knollentuin een hoofdrol de laatste week/weken. Even niet opgelet en zie bijna al het blad van mijn zorgvuldig gekoesterde nieuwe Sneeuwklokjesboom, Styrax japonicus, ziet er verdord uit. Geen foto waard, verschrikkelijk, om je dood te schamen. Ondanks alle goede voornemens, aparte aanplantgrond en veel vertroetelen. Ik schreef eerder dit jaar het logje over deze uit de kluit gewassen luchtige struik/kleine boom met een pagode groeivorm, een dartele verschijning als die in bloei staat in de knollentuin met een wolk van bengelende klokjes met een fijne geur.

Een wolk, hoe baarlijk missen we die nu.

Terwijl ons ‘dorp’ nog probeerde te slapen onder het drukkend geweld van het zomerse dekbed van nog ruim twintig graden, schreef ik vroeg wakker dit log. Hoe kan ik uitkijken naar van die zomerwolkjes in een blauwe lucht, van die schapenwolkjes zoals de lucht boven ons land vaak rijk is. Vertaald in aardse plantentaal vergelijkbaar met de overdadige schermen van de Zeekool, Crambe maritima of die van Gipskruid. Van dat soort luchtige wolken. Maar ook die roze of groengelig, witte toefjes van de (Moeras)spirea met haar fijne geurtje. Of van de magische Elfenbloemen in het voorjaar. Dat zijn planten die me boeien, zoals een schilder een doezelaar gebruikt om wat te strakke lijnen te verbloemen. Zo schildert de natuur met haar witte of gekleurde wolken. Alleen nu niet en zijn al die witte bloempluimen bruin tot bijna paars verdord.

Behalve de wolk van de Bosrank, Clematis vitalba, die nog steeds als een ware stormvloed over alles heen spoelt: de coniferen, de taxushaag en heel wat heesters, met haar veelheid aan simpele, witte bloemen. Die weet van geen ophouden. We houden haar in toom als de heg gesnoeid wordt en ik de zomersnoei doe bij de heesters waar ze aan verslingerd is geraakt.

Ergens links van de bijkeuken groeit ‘Mrs. Robert Brydon’ met haar pastelblauwe, naar vaalwit verbloeiende, frommelig bloemetjes en vrij grof blad. Ze is heel simpel, geen ‘eye catcher’ en toch zou ik haar niet willen missen. Ooit hadden wij in de tuin vlakbij de ‘Mrs. Robert Brydon’ een Clematis flammula, vurig wit en geurend, helemaal niet moeilijk, die at gewoon uit je hand. Je hoefde alleen maar in het voorjaar de afgestorven, bovengrondse stengels weg te knippen, nooit te veel of te weinig. Heel simpel. En al twintig jaar of meer. Haar ooit aangeplante vriendinnen de gewone viticella purpurea en de dubbele viticella waren toen allang verdwenen. Maar zij – zij groeide elk jaar uit tot een trouwe, struise deerne die onbevangen gul de wereld verrijkte met haar bloeirijke ranken met anijsgeurige bloemetjes. Helaas, helaas, die droogte. Ook weer op de lijst zetten en vertroetelen dan maar.

Als ik om me heen kijk, zie ik dat de herfst nu toch ongemerkt in de tuin is neergedaald, en vele wolkjes van uitgebloeide Ruit en blad wachten op de eerste spinnenwebben. De laatste Ruit in kleur schurkt tegen de herfstanemonen aan bedekt met een laagje dauw van dit vroege uur.

Hoe ik mijn koffie straks gebruik? Wat kan ik anders zeggen dan: het liefst met een flinke wolk…

 

Voor alles wat ik vergeten ben of fout heb – ik kan de geplaatste tekst, noch foto's aanpassen – stuur gerust een email naar: paldr353@gmail.com

Foto's bij deze tuinlog

Praat mee op groei.nl